De beste jaren van mijn kont

Mijn vader zei: ‘Het was gezellig gisteren.’ Hij klonk verbaasd. Gisteren hadden we gegeten in een duur restaurant. Ik had het uitgekozen, mijn vader trakteerde.

Nu reden we op Place de la Concorde, auto’s schoten voor ons langs. ‘Dag Parijs,’ zei ik.

Mijn vader toeterde en sneed een auto af. ‘Dag Parijs!’ riep hij.

Misschien was hij nog dronken. Gisteravond bleef hij maar zeggen dat ik nog een heel leven voor me had. De eerste keer zei hij het toen ik iets zei over de studie Frans die ik hier zou doen en waaraan ik niet begonnen was. De tweede keer, een beetje ongemakkelijk, toen ik vertelde over Rick, een oudere man op wie ik in Nederland verliefd was geworden, een man die filosofische traktaten las over vrijheid en levenskunst, die voor niemand wilde kiezen en toen koos voor zijn vriendin en niet voor mij.

Toen ik na twee maanden Parijs alweer naar huis wilde, had mijn vader erop gestaan me te halen. ‘Ik weet dat je achttien bent,’ had hij gezegd, ‘maar ik heb een weekje vrij.’ Zijn plan was om langzaam langs de kust terug te rijden naar het noorden. De hotels en restaurants voor onderweg had hij alvast geboekt.

‘Je wilde toch langzaam terugrijden?’ zei ik toen we de ringweg op scheurden. We waren later vertrokken dan bedoeld en hij had in het eerste hotel een lunchreservering gemaakt.

Het was druk op de weg. Mijn vader reed schokkerig. Nog voor we Parijs uit waren, was ik misselijk. Dat was ik nog steeds toen we net op tijd aankwamen in het hotel, een gebouw met houten balkons tegenover de jachthaven van Deauville. We aten vis. Mijn vader stak bijna de hele staart in één keer in zijn mond. Er bleven witte stukjes in zijn baard hangen. Na de lunch ging hij slapen en keek ik tv.

Die avond gingen we naar het casino aan het strand. Mijn vader wisselde driehonderd francs om en gaf me de helft in fiches.

‘Niet alles in een keer opmaken,’ zei hij. Aan de roulettetafel zette ik vijftien francs op rood en won. Toen zette ik alles op rood en verloor. Mijn vader stond een eind verderop aan een gokautomaat te trekken.

Ik liep de pokerzaal in. Aan de tafels zaten dikke mannen in te strakke truien. Ik ging bij de tafel met de meeste toeschouwers staan. De deelnemers staarden strak naar hun kaarten. Sommigen zweetten erg. Naast de man met de meeste fiches zat een zwaar opgemaakte vrouw in een jurk met decolleté tot aan haar navel. Ze keek nors voor zich uit. Ze zou wat van haar make-up moeten inslikken, dacht ik, zodat ze vanbinnen ook mooi wordt. Dat had ik een rijke Amerikaanse vrouw met siliconenborsten een keer op tv horen zeggen over een andere rijke Amerikaanse vrouw met siliconenborsten. De borsten van de vrouw aan de pokertafel hingen een beetje. Verder gebeurde er weinig. Ik liep door naar een tafel zonder toeschouwers. Een paar deelnemers keken op toen ik erbij kwam staan.


lees meer in het nieuwe nummer