Deze maand

Bastiaan Bommeljé

Af en toe is de werkelijkheid dermate glashelder dat men geen enkele duiding behoeft om tot dieper begrip van de troebelheid der menselijke existentie te komen. Ik wil hiermee geenszins zeggen dat men ooit wel duiding behoeft, integendeel. Zodra het woord ‘duiding’ valt, ontstaat als vanzelf een kakofonie van journalisten of filosofen. Het valt niet mee om te bepalen van wie men het minst graag duiding ontvangt, maar beide beroepsgroepen hebben gemeen dat ze behept zijn met dat typisch moderne wereldbeeld waarin ijdele verbositeit gedijt op de zompige ondergrond van innovatief onderwijs en eigentijds geestesleven. En precies op die twee zaken was het zicht deze maand glashelder.

Deze maand bleek immers dat de voorlichting door universiteiten en hogescholen aan studenten ondeugdelijk is. Nu ja, frauduleus is wellicht een beter woord. Hogescholen en universiteiten schetsen in hun voorlichting een pathologisch rooskleurig beeld van de slaagkansen, bieden onjuiste vooruitzichten op de arbeidsmarkt en melden veel te riante salarisvooruitzichten. Het hoger onderwijs had zich, zeiden criticasters, meer laten leiden door marketing­over­we­gingen en public relations-motieven dan door liefde voor de waarheid. Kamerleden die hun loopbaankeuze misschien hadden gebaseerd op dezelfde folders eisten ‘diepgravend onderzoek’ opdat ‘de onderste steen boven zou komen’.

Minister Jet Bussemaker ‘betreurde’ de gang van zaken en zegde ‘met spoed’ verbeteringen toe. Blijkbaar was iedereen vergeten dat kort tevoren dezelfde palliatieve woorden waren gebruikt toen de Inspectie van het Onderwijs had gemeld dat het declaratiegedrag van bestuurders in het hoger onderwijs nog steeds niet transparant is. De Inspectie schat dat naast de meer dan 1,5 miljoen euro aan declaraties per jaar, aanzienlijke bedragen worden betaald die niet zijn opgenomen in de jaarverslagen. Bij elf instellingen gaat de Inspectie onderzoeken of er sprake is van onrechtmatige besteding van overheidsgeld.

Minister Jet Bussemaker ‘betreurde’ de gang van zaken en zegde ‘met spoed’ aanscherping van de regels toe. Dat was vlak voordat de Inspectie meldde dat er nog altijd ‘veel ruimte voor verbetering’ is in de kwaliteit van de toetsing in het universitair en hoger beroepsonderwijs. Dit werd gelukkig ondergesneeuwd in het nieuws dat in het hbo-onderwijs als ‘een volgende fase in de moderniseringsagenda’ een cao werd gesloten met een loonstijging van 3,65 procent, terwijl de nieuwe universitaire cao ook een uitkering van 500 euro kent voor iedereen – behalve voor studenten-assistenten en mensen met minimumjeugdloon.

Het leek alsof weinig Kamerleden dit alles in samenhang hadden gelezen, maar dat kan kloppen, want deze maand bleken we wereldkampioen dyslexie. In het hoger onderwijs vraagt 13 procent der studenten om coulance bij tentamens vanwege dyslexie, bijna evenveel als de 15 procent op het VMBO, maar veel meer dan het internationaal gemiddelde van 3,6 procent. Volgens de Pisatest van 2012 is trouwens meer dan 14 procent van de 15-jarigen in Nederland ‘functioneel ongeletterd’. Gelukkig maar, want dan kunnen ze niet lezen dat de Nederlandse bibliotheken 500.000 boeken minder gaan inkopen vanwege het ‘veranderende leesgedrag’ van de hoogst opgeleide bevolking ter wereld. – BB