we drukken ons op naar de zon, tegen elkaar
metaalzwaar en witheet
zweet drukt landkaarten in onze shirts, waarheen dan?
loodrecht de zon in hebben we ons gedroomd
maar wat is een droom
meer dan het afvegen van vieze vingers aan een schort
onszelf van een heuvel laten rollen, nog sneller en nog
het zengen van je wielen, weer en weer lauwe cirkels in mijn netvlies
cirkels verbogen en cirkels uit hun assen gedraaid
wat heeft ons de helling af gejaagd
ons geleerd pijn met spijt te bedekken, spijt te vergeten
schuld gezocht
gekauwd en herkauwd op metaal
om het zachter te maken
om een knoop te kunnen leggen met mijn tong
en nu hijgen we in elkaars adem
perpetuum mobile dat draait op wat tussen ons in
weg blijft rennen