Essay

Op een smeltende ijsschots

Kornelis Lubbertus Poll was 31 jaar toen op 20 mei 1959 het eerste nummer van het door hem opgerichte Hollands Weekblad verscheen. Eindelijk, mag men misschien zeggen, want Bert Poll was niet over één nacht ijs gegaan. Waarschijnlijk had hij al sinds 1953 rondgelopen met plannen voor de oprichting van een cultureel-politiek tijdschrift, net als…

Poëzie

Gedichten

Mijn neef Willem vroeger gingen we samen varen op de Kleine Poel dronken stiekem bier en speelden spellen waarvan we de regels zelf bepaalden helaas zie ik hem niet vaak meer hij is zeevaarder ik lees zeemansverhalen hij tekent kaarten met lijnen en kaders ik leg kaarten met plaatjes van pentakels en magiërs hij kan…

proza

Cyclo & co.

Woest ben ik op Körner, en ik ben niet de enige. Hij mag tien keer de directeur zijn en honderd keer glas, textiel en ander afval recyclen, maar waarom altijd zo voortvarend en ongeremd? Scharreveld en ik waren bij hem op het matje geroepen. Körner zit te telefoneren. Van Schie, zijn compagnon, die zich overigens…

Dubbeldik jubileumnummer

met bijdragen van o.a. Bastiaan Bommeljé, Charlotte Goulmy, Thomas Heerma van Voss, Delphine Lecompte, Merijn de Boer, Sarah Andrea Desplenter, Hazina Oussoren, Tyche Tjebbes en Hannie Groen.

redactioneel

Deze maand

Eens in de zoveel tijd is het goed om in Parijs te zijn. Hoofdstad van de 19e eeuw, nu provinciestadje. Overal waar de extreemrechtse, populistische partijen hebben gewonnen of op winst staan, zijn er verliezers die doen alsof ze wat te verliezen hebben, zoals Antonio Scurati in ‘Fascisme en populisme’ schrijft dat het fascisme begon…

Uit het archief

Essay

En toen…

En toen… Het is de allersimpelste manier om een verhaal te vertellen. Vooral kleine kinderen blinken uit in toepassing van deze constructie. Indien je een gezinsmaaltijd een uur wil rekken: vraag een peuter waarover de tekenfilm van vanmiddag ging. Kinderen moeten nog leren dat een volledige en letterlijke reproductie van alles wat is gebeurd en…

Poëzie

Gedichten

op een dag valt een lach mijn gezicht aan met de zekerheid van een intentieverklaring het is dezelfde dag waarop iedereen tegelijk de steunkousen van de toekomst optrekt geen wonder dat ze niet zelfstandig op kon staan maar daar staat ze op een dag zijn de museums de straat en de straat de museums op…

proza

Ius Osculi

Zwijgend zitten we tegenover elkaar in de schemering. Mijn broer kijkt om zich heen, naar het aanrecht dat is bezaaid met vuile pannen en kommetjes en glazen en flessen, naar de heuphoge stapels oude kranten langs de wand, de vensterbank met verdroogde planten op schoteltjes. Naast de deur staan vier bakjes kattenvoer een doordringende lucht…