Deze maand

Bastiaan Bommeljé

Het is wellicht unfair de oorzaak te zoeken in het nieuwe regeerakkoord, maar op de een of andere wijze deed deze maand de vraag opborrelen of de cultuurpessimisten gelijk hebben en de samenleving wordt gegeseld door een kluwen van kwalen die typerend zijn voor onze tijd. Nu is cultuurpessimisme nogal en vogue, maar wie minder stellige overtuigingen koestert, zal enigszins betwijfelen of het lot van de mensheid ooit anders is geweest dan gebukt te gaan onder de kwalen van de eigen tijd. Toch schuimt het menselijk tekort soms zodanig over de borstwering der vrolijkheid – wederom komt onwillekeurig het nieuwe regeerakkoord in gedachten – dat men niet anders kan dan de kwestie onder ogen te zien, en wel sine ira et studio, zonder wrok en vooroordeel, zoals de geschiedschrijver Tacitus dat uitdrukte.

Zoals elke vraag leidt ook deze onherroepelijk tot een vervolgvraag: om welke kwalen gaat het precies? Zijn het wellicht de tweets van president Trump, of de tweets van alle criticasters van de tweets van president Trump, of misschien juist tweets in het algemeen? Gaat het om de steeds scherper wordende tweedeling op sociaaleconomisch gebied, of juist de groeiende eenvormigheid op sociaal-cultureel gebied, of misschien de uniformiteit van de roep om diversiteit? Gaan we gebukt onder het uitsterven van de geletterde klasse, of onder de opkomst van de klasse der Bekende Nederlanders? En zo stuit men dan uiteindelijk op het probleem: zijn er wel kwalen, of willen we gewoon niet toegeven dat we tot de gelukkigste landen ter wereld behoren?

Het zijn vragen waarop niet eenvoudig antwoord is te geven, en die ons doen beseffen dat het jammer is dat disciplines als sociologie, sociale-psychologie en antropologie zo’n kwijnend bestaan leiden. Net nu we opheldering zouden kunnen gebruiken over het verschijnsel dat wij ons steeds meer gaan gedragen als gasten in onze eigen talkshow, blijft het akelig stil zodra er een kwestie van belang ter tafel komt. Dient de vraag uiteindelijk dan toch te zijn: waar zijn Thorstein Veblen en Erving Goffman als je ze nodig hebt om de dramaturgie van het dagelijks leven te begrijpen?

Nu zult u zeggen dat wij columnisten hebben om te duiden hoe de wereld in elkaar steekt. Het is waar, die hebben we in overvloed en ze duiden er duchtig op los. Een krant als NRC Handelsblad biedt thans in de kolommen ruimte aan niet minder dan 41 entrefilettisten, schijnbaar merendeels afkomstig uit de wereld van satire en ander licht amusement. Ook bestaan er op de radio talrijke ‘journalistenforums’, waarin journalisten hun mening geven, vooral over de kluwen van kwalen die zij als typerend zien voor onze tijd.

Nu ja, als men dan toch iets moet noemen dat een ongemakkelijk gevoel geeft, dan is het precies dit. Het feit dus dat het geestelijk leven ver is afgedwaald van het adagium van Ben Bradlee, de hoofdredacteur van de Washington Post ten tijde van de Pentagon Papers en het Watergate-schandaal. Wat hij stelde, klinkt wellicht als een verre echo uit een ander universum, maar hij zei het zonder enige vorm van zelfmedelijden: ‘De wereld is niet geïnteresseerd in wat wij vinden, maar in wat wij weten, ook al is dat doorgaans niet veel.’ – BB