Ik heb een man gekend

Ine Waterreus

I

Ik heb een man gekend

verpleger spoedeisende hulp, zei hij

ving me met een vlindernet

overal waar de geschiedenis kierde en klapte

een trein ontspoorde een fabriek ontplofte, hij was erbij

een vliegtuigcrash, mannen in witte pakken

bij de rij ambulances, daar was hij

en als een stripheld altijd

wandelde hij monter de hel uit

die man! zijn vader op de grote vaart

vrienden, zus, ik heb hen nooit ontmoet

op zeker moment vond ik me terug op de bodem

vastgepind in een donkere la

ik kende alleen zijn verhalen.

II

Ik heb een man gekend

hij groeide op ten zuidoosten van Zuidoost

aan het einde van de Geinlijn

waar de wildernis begon

ik was een ervaren scout, legde knopen las kompas

hij het natuurtalent

klom bomen, gleed hellingen, zwom in drijfzand

zijn moeder had dit kind niet gewild

we gingen naar de bergen zo vaak

maar uiteindelijk liep ík de tochten met de reu

bleef hij in het dorp achter

die man! hij had wat met dieren, kon met ze praten

in de Alpenzoo in Innsbruck

stond hij lang bij de kooi van een raaf.

III

Ik heb een man gekend

hij stond op in de nacht, liet me slapend achter

sleepte zijn lading door het lege landschap

zag in de bonk achter de wieken

de motor waardoor windmolens draaien

waarom, vroeg ik, prikt iemand die molens dan in de polder

waarom, vroeg hij, zijn ze allemaal wit

bleef soms dagen weg

hij slaapt ook bij een ander, krijsten de meeuwen

ze scheten op de grijze zee

die man! jaren vloog hij met vliegtuig en heli

naar een booreiland in het barre noorden

werkte tien uur op tien uur af

daarna kon hij nooit meer slapen.

IV

Ik heb een man gekend

hij had drie handen

en een accuschroefboormachine

plantte geurvlaggen in huis, maakte de garage

tot eigen nest

ik voor mijn werk zwierf veel buiten

hij met zijn grote hart liet zwerfhonden binnen

loopeenden achter het huis, onder de lamp hagedissen

krekels in de keukenkast

die man! toen hij wegging

littekens aan de achterkant van mijn hart

brak ik zijn honingraten met een handschroevendraaier

in de tuin groeide tweedehands hout

de wind waaide door de gaten.

* Geïnspireerd op Tua Forsström, Na een nacht tussen de paarden & 50 andere gedichten (2023), vertaald door Lisette Keustermans en Miriam Van hee.