I
Ik heb een man gekend
verpleger spoedeisende hulp, zei hij
ving me met een vlindernet
overal waar de geschiedenis kierde en klapte
een trein ontspoorde een fabriek ontplofte, hij was erbij
een vliegtuigcrash, mannen in witte pakken
bij de rij ambulances, daar was hij
en als een stripheld altijd
wandelde hij monter de hel uit
die man! zijn vader op de grote vaart
vrienden, zus, ik heb hen nooit ontmoet
op zeker moment vond ik me terug op de bodem
vastgepind in een donkere la
ik kende alleen zijn verhalen.
II
Ik heb een man gekend
hij groeide op ten zuidoosten van Zuidoost
aan het einde van de Geinlijn
waar de wildernis begon
ik was een ervaren scout, legde knopen las kompas
hij het natuurtalent
klom bomen, gleed hellingen, zwom in drijfzand
zijn moeder had dit kind niet gewild
we gingen naar de bergen zo vaak
maar uiteindelijk liep ík de tochten met de reu
bleef hij in het dorp achter
die man! hij had wat met dieren, kon met ze praten
in de Alpenzoo in Innsbruck
stond hij lang bij de kooi van een raaf.
III
Ik heb een man gekend
hij stond op in de nacht, liet me slapend achter
sleepte zijn lading door het lege landschap
zag in de bonk achter de wieken
de motor waardoor windmolens draaien
waarom, vroeg ik, prikt iemand die molens dan in de polder
waarom, vroeg hij, zijn ze allemaal wit
bleef soms dagen weg
hij slaapt ook bij een ander, krijsten de meeuwen
ze scheten op de grijze zee
die man! jaren vloog hij met vliegtuig en heli
naar een booreiland in het barre noorden
werkte tien uur op tien uur af
daarna kon hij nooit meer slapen.
IV
Ik heb een man gekend
hij had drie handen
en een accuschroefboormachine
plantte geurvlaggen in huis, maakte de garage
tot eigen nest
ik voor mijn werk zwierf veel buiten
hij met zijn grote hart liet zwerfhonden binnen
loopeenden achter het huis, onder de lamp hagedissen
krekels in de keukenkast
die man! toen hij wegging
littekens aan de achterkant van mijn hart
brak ik zijn honingraten met een handschroevendraaier
in de tuin groeide tweedehands hout
de wind waaide door de gaten.
* Geïnspireerd op Tua Forsström, Na een nacht tussen de paarden & 50 andere gedichten (2023), vertaald door Lisette Keustermans en Miriam Van hee.