Gedichten

Sander Meij

De wolf is terug

Je stem reisde lang door de nacht en brak, als ijs bij het haastige smelten

van gletsjers; brak als Titanic in tweeën en zonk, als de naam in je schoot,

je bracht

dood en legende, op bodems van zeeën je tong teruggevonden,

je leegde je keel tegen beestachtig licht, vulde je hoofd met de dageraad

en bracht zo het onze op hol

het regent hier steeds, en regent het niet, dan regent het nog maar dan zie je het

niet aan de hemel en aarde, hun grijstinten gelijk die van de maanregenboog

je komt er niet bij, en je komt

er niet af, het geluid van gemiezer op plantjes in perken, de petrichor stoot in je vochtige

snuit, wanneer je een sfeer als de onze betreedt, alsof je om grobbedweil ging

je bezwoer onze oerangst, met een kreet langgerekt, als een kerstfuet uit Tarragona

eerst was je er niet en nu ben je er wel, nu dichten we jou alle kenmerken toe, we geven

je alles waarnaar we verlangen, die stempeldrift zit in onze opmaak,

verleden jaar nog aten we kreukels aan zee


*


Nota nieuwkomers

geef de wolf de ruimte, maar binnen de kaders

waarmee het beleid is afgepaald

maak oogcontact en bedenk dat de wolf

jouw impact vaak niet goed kan zien

zet de wolf in zijn kracht en leid hem op

in kleine, zelfsturende teams

zeg nee tegen de wolf, straks heb ik tijd

jullie moeten het eerst zelf aanvliegen

en laat de wolf komen en laat de wolf gaan

en bedenk dat de wolf ook een mens is

ook hij heeft het recht op reflectie en lijnen

aan grenzen aan onze bevoegdheid

stel ook aan de wolf de soms lastige vraag

wáár hij denkt van meerwaarde te zijn

zeg tegen de wolf: misschien is het tijd

je opties te heroverwegen

probeer de wolf met lichtsignalen

van rijbaan te laten veranderen

informeer de wolf ook over recht op vertrek,

bespreek de beroepsprocedure

is er sprake van terugkeer wanneer de aard

van het doelgebied sterk is gewijzigd?


*


Hemellichaam

het nachtzwart geeft zich slordig over

wanneer onze maan, zachtaardig als kaas

door sparren het weiland in smelt

aan de rand valt het licht in twee ogen

raakt bleek aan de kudde van wol

die braaf achter zichzelf aan graast

de samentrekking van een spier

misschien wel de spier die hier rood aan mijn voeten

glinstert in het ochtendlicht –

provoceert het beest. De beet,

of de enkele hap uit de nek,

is het toonbeeld van doeltreffend

noem het instinct om ons instinct

te willen verdonkeremanen

kudde en wolvin tegelijk