alleen merels herken ik aan hun geluid

Dorien de Wit

Dorien de Wit



soms ga ik alleen naar buiten

om een vorm te lopen

een perfect vierkant of de eerste letter van je naam


vanaf het uitzichtpunt

tuur ik op heldere dagen kilometers ver

nooit kijkt iemand uit het dal terug


tussen de bomen zeggen mijn ogen dat het stil is

pas wanneer ik ze sluit

komen stadsgeluiden mijn oren binnen


ik vertelde je eens hoe ik vroeger staand op een kruk

het vogeltje uit de koekoeksklok probeerde te grijpen

altijd te laat


was het een teken

toen je met een terloops

‘niemand hoort jouw stem zoals jij’

de definitie gaf van eenzaamheid


ik weet niet wat beter is

vervagen in de verte of van de horizon vallen

kan het ook allebei?


hier stikt het nu trouwens van de vogels

alleen de merels herken ik aan hun geluid

zij stellen vragen

die ze zelf beantwoorden