In Lieverlingelande komt de dood uit China

Pieter Kranenborg

Simon Maverling kijkt uit over de begraafplaats. Zijn begraafplaats. In het westen van het land moet de eerste sneeuwvlok van het jaar nog vallen, maar hier in Lieverlingelande zijn de grafzerken al bedekt met een witte kruin. De sloot die het kerkhof omzoomt, en die Maverling zijn slotgracht noemt, is bedekt door een dunne laag ijs. Het is een stille, wazige spiegel geworden, zoals die in een badkamer waar iemand net heeft gedoucht. Hier op begraafplaats Lieverlingelandehof wijst niets op de onrust die dit idyllische buitengewest al enige tijd maatschappelijk verscheurt.

Maverling wil er niet al te veel over zeggen. Hij wijst naar de wolk Canadese ganzen die in de verte over Hufiezerlo trekt, de buurgemeente een paar kilometer oostwaarts. De ganzen doen hem denken aan zijn jeugd in Waterland, vertelt hij. Hij is de zoon van de bekende pianist Gabriel Maverling en een zorgzame moeder. Zijn vader betovert nog steeds luisteraars met zijn oude vingers, haast tegen de wetten van de natuur in. Maverlings moeder stierf drie jaar geleden. Kort daarna maakte hij een reis door China, ‘om eens goed na te denken’. Daar kwam hij op het idee, dat nu voor zoveel spanningen zorgt in Lieverlingemande en omstreken.

Zelf kan Maverling het gedoe maar ten dele begrijpen. Hij is een verstorende factor, dat snapt hij zelf ook wel, en verstorende factoren verwekken stormen. Maar het verzet is te ver gegaan, opgeblazen tot voorbij een kritiek punt. Zijn aanwezigheid staat nu voor iets groters, iets waaraan hij naar eigen zeggen nooit heeft willen meewerken.

Lieverlingelande is een rustige plek, twee stille straten, ramen met mossige wenkbrauwen. Hier staat men aan de kant van Maverling. De inwoners zijn blij dat er wat gebeurt. Jan wil niet met zijn naam in de krant, maar wel iets zeggen. Hij staat met zijn koffie voor het raam, terwijl zijn vrouw yoga doet in de bijkeuken, en vertelt over Hufiezerlo. Dat ze er Maverling liever kwijt dan rijk zijn.

‘Maar die opschudding in Hufiezerlo is juist prima,’ zegt hij. ‘Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Wat Hufiezerlo nodig had, is een erkenning dat het niet goed gaat. Marianne en ik kochten dit huis hier twintig jaar geleden, en eigenlijk was het toen al aan de gang. Nu is de zaak ontploft, maar Simon is hartstikke goed bezig. Hij legt de vinger op de plek waar het pijn doet.’

Praat met de inwoners van Hufiezerlo en het word je direct duidelijk waar het pijn doet. Waar ze zich druk over maken, zijn doodskisten. Doodkisten uit China. De dood zwerft hier al jaren door de straten. Uit onderzoek van het CBS uit 2015 bleek dat de gemeente Hufiezerlo dat jaar, na de gemeente Pekela, het hoogste relatieve sterftecijfer had van alle gemeentes in Nederland. Van de plaatsen met meer dan 50.000 inwoners kampte Hufiezerlo bovendien in de afgelopen vijftien jaar verreweg met de meeste sterftegevallen. Doodsoorzaak nummer één is ouderdom. Vergrijzing zit in het beenmerg van de stad.