Ik, Sneeuwvlok

Ivo Bonthuis

Lieve B., wist je dat sommige mensen een beetje bang zijn voor jou? Daar zit ik nu al de hele dag aan te denken. Vandaar mijn humeurigheid. Als ik wat minder vaak om je lach dan gewoonlijk is het niet mijn schuld.

‘Uh,’ zeg je, en je steekt je grote teen in je mond.

Het is de schuld van andere mensen, dat ik zo zurig doe vandaag. Andere grote mensen. Bange mensen, zou ik zeggen, maar dat betekent niet zoveel. Ik heb genoeg van dat gezeur over bange mensen. Iedereen is bang.

Je blaast een mooie bel van spuug.

Dat ik vandaag niet zo lollig ben, is de schuld van mensen die niet de ballen hebben rustig bang te zijn. Papa durft dat best, rustig bang zijn. Ik ben bang, terwijl ik dit schrijf, dat ze mama iets aandoen wanneer ze straks in de metro zit op weg naar huis. Niet heel erg bang, maar wel een klein beetje. Het is een mini-angstje, altijd aanwezig wanneer ze alleen op stap is in de stad. Ik blijf er rustig onder. Ik doe er niks mee verder; nou ja, ik schrijf dit op, dan heb jij er later misschien iets aan.

Een ander rustig angstje dat ik op dit moment beleef: ik ben bang dat je me dan, als je groot genoeg bent om dit te lezen, zult verwijten dat ik een hopeloos sentimentele vorm kies om over politiek te schrijven. Dat ik propaganda bedrijf met de allergoedkoopste middelen. Vader vertelt zuigeling verhalen over de grote boze buitenwereld. Het kind maakt schattige geluidjes. Bah.

Mijn verweer zal zijn, lieve B.: je maakt nu eenmaal schattige geluidjes. ‘Pggg,’ doe je, en: ‘Mwèwèwè.’ En je stopt nu eenmaal heel koddig de grote teen van je rechtervoet in je mond, sinds je vanochtend hebt ontdekt dat het kon. Dat mogen de mensen best weten, dus vertel ik het aan iedereen.

Verder zal ik ter verdediging aandragen dat het soms geoorloofd is je van dezelfde middelen te bedienen als de vijand. Of eigenlijk moet ik zeggen: van dezelfde middelen als de lafaards die niet bang durven te zijn. Papa doet niet zo aan vijanden. Dat heeft hij ooit eens besloten. Daarom noemen sommigen, die dan wel geen vijand maar toch ook zeker geen vriend van hem zijn, hem Sneeuwvlok. Kwam hij laatst achter.

Papa is een sneeuwvlok.

Zie je die dikke, trage druppels langs het raam warrelen? Dat zijn sneeuwvlokken. Het is natte sneeuw, het blijft niet liggen, en dat brengt me op angst nummer drie, nu aanwezig, als altijd: ik ben bang dat jij nooit een dik pak sneeuw zult meemaken, zo een waarin je laarzen wegzakken tot aan de rand, zo een waaruit je een handjevol sneeuw schept om een sneeuwbal te maken, waarna je dat balletje net zolang over de grond rolt totdat je een loodzware bol hebt, voor een sneeuwpop of gewoon om daarna van een helling af te duwen totdat hij ergens tegenaan kapotslaat.

De mensen die papa een sneeuwvlok noemen, zeggen: @bonthuis Stop boring us, climate change is a hoax #snowflake.

Ik had het woord nooit als belediging gebruikt zien worden voordat ik de commentaren las op het twitteraccount van Donald Trump. Hij is de president van de Verenigde Staten van Amerika. Dat is een heel groot land aan de overkant van de zee, waar hele goede muziek en hele goede boeken vandaan komen. Ook hebben de mensen die daar wonen ooit eens jouw opa’s en oma’s gered van een stel idioten die doodsbang waren voor de gekste dingen: joden, jazz en schilderijen. Onder andere. Zonder de Verenigde Staten zouden jouw landen, Frankrijk en Nederland, een stuk ongelukkiger zijn. Maar dat moet je, zeker hier in Frankrijk, niet al te hard zeggen.