Deze maand

Thomas Heerma van Voss

‘Dit is de leukste begrafenis ooit,’ fluisterde Reinjan Mulder me toe. Het was 27 augustus en hij had huize Frankendael in Amsterdam afgehuurd om de opheffing van zijn uitgeverij Babel & Voss te vieren. Telkens wanneer een spreker een halve en hele mislukking van de uitgeverij in herinnering bracht, schoot Reinjan als eerste in de lach – en hij glunderde bij elk gestrand plan dat werd besproken.

Hoe mensen omgaan met succes, daar krijgen we vaak een voorspelbare glimp van mee: mensen die al dan niet gespeeld nederig een prijs in ontvangst nemen, publieke figuren die trots op televisie hun eigen succes duiden. Een grotere prestatie schuilt in het onverstoord of zelfs fier omgaan met tegenslagen – het is een kunst die Reinjan Mulder in de loop der jaren heeft geperfectioneerd.

Dit werd me duidelijk toen ik tien jaar geleden als onbekwame parttimeredacteur voor zijn kleine, onafhankelijke uitgeverij kwam werken. Er werd structureel verlies gemaakt, geen Babel & Voss-boek werd werkelijk gelezen en toch had Reinjan elke vergadering weer volop nieuwe plannen. Of en hoe die plannen vervolgens werden uitgevoerd, leek meestal bijzaak.

Toen de uitgeverij geleidelijk afstierf en ik de vele tegenslagen van 2014 in een artikel opsomde, vreesde ik dat Reinjan daar bezwaar tegen zou maken, zoals elke andere uitgever zou doen, zoals ikzelf in zijn positie zou hebben gedaan. Maar Reinjan moedigde me aan het stuk uit te breiden en nog iets treuriger te toonzetten. Van het resultaat maakte hij een ‘afscheidsboekje’, waarmee hij zelfstandig langs boekhandels trok. ‘Nu moeten we wel doorgaan,’ e-mailde hij me daarna. Plots werd het bestaan van Babel & Voss met jaren verlengd.

Nu stopt de uitgeverij definitief. Het boekje dat met dit Hollands Maandblad wordt meegestuurd, kunt u zien als een persoonlijk afscheid van de uitgeverij die u waarschijnlijk nauwelijks heeft gekend. Daarnaast kunt u het beschouwen als het afscheid van het soort uitgever dat steeds zeldzamer is: eigenzinnig, met een duidelijk eigen smaak, niet van de wijs te brengen door tegenslagen en niet happig op commercieel succes. Een uitgever, kortom, met een hart voor de literaire zaak, voor bibliofiele uitgaves, voor plannen die helemaal geen geld hoeven op te leveren.

Zelf ben ik sinds 2015 redacteur van De Revisor, maar de tijden dat de ideologieën van verschillende literaire bladen volstrekt verschilden of elkaar zelfs bestreden, is zoals bekend voorbij – en mijn redacteurschap doet niets af aan het plezier waarmee ik Hollands Maandblad lees. Bovendien is Reinjan al jaren, al langer dan ikzelf leef, zijdelings betrokken bij dit maandblad. In zijn onuitroeibare optimisme kwam hij dan ook op het idee het boekje mee te laten sturen met Hollands Maandblad, een tijdschrift dat qua eigengereide zelfstandigheid veel deelt met Reinjan Mulder. ‘Dat past perfect,’ zei hij zonder verdere toelichting.

Verdwenen boeken zie ik als een definitief afscheid en eigenlijk ook als verkapte rouwtekst over Babel & Voss, maar Reinjan vertrouwde me onlangs toe: ‘Eigenlijk is het een veredelde liefdesverklaring. Aan de literatuur, aan de uitgeverij, aan mij. Zolang over ons wordt gelezen, leeft Babel & Voss.’