Bouillabaisse

Vincent Kortmann

Nicolien staat voor de spiegel en kan niet kiezen tussen een blauwe, een witte en een goudkleurige bikini. Vanaf het bed sla ik haar gade. Zelf beweert ze dat ‘de grote aftakeling’ is begonnen, maar als dat zo is, takelt ze prachtig af.

‘Zonder balkon vind ik het niet echt een vakantiehuis,’ zegt ze terwijl ze het bovenstukje van de witte bikini aanpast. ‘Gevoelsmatig dan.’

‘Hoe zou een echt vakantiehuis volgens jou dan moeten voelen?’ vraag ik.

‘Ik wil wakker worden, de balkondeuren opengooien en dan in de ochtendzon genieten van… van de ochtendzon.’

‘Je kunt ook op het terras genieten van de ochtendzon,’ zeg ik. ‘Of anders op het grasveld. De ochtendzon komt in principe overal.’

‘Op het terras ben je in de buitenwereld en als je een balkon hebt, ben je nog steeds half in de slaapkamer en is het geen probleem als je badjas openvalt.’

‘Ik zal het aan Xander doorgeven, voor volgend jaar.’

Xander heeft het vakantiehuis uitgezocht. Dat doet hij elk jaar, omdat hij betaalt. Dit keer is het een huis geworden in de heuvels van Le Lavandou. Vanaf de weg is het toegangshek nauwelijks te zien, maar aan het eind van het bochtige pad staat een robuust, zandkleurig huis met lichtblauwe luiken. De kamers hebben hoge plafonds en een authentiek Franse inrichting: kastjes met klemmende lades, deuren die kraken en korte, harde bedden. Xander heeft een extra groot huis gekozen, omdat zijn zoon Huub komt logeren. Diens vriendin is gisteravond al aangekomen, zelf komt hij later, omdat hij een klus moet afronden in Frankfurt. Ze blijven een paar dagen en rijden dan door naar Spanje.

Toen we aankwamen, heeft Xander eerst twintig minuten vloekend door het huis gelopen. Hij had ‘een riante villa met uitzicht op de Middellandse Zee’ geboekt, maar waar je ook keek: geen zee te bekennen. Nicolien ontdekte dat je in de verte een stukje van de zee kunt zien als je in kamer vier voor het raam op een stoel gaat staan. ‘Dit is toch godverdomme geen uitzicht op zee,’ had Xander geroepen. ‘Dat je op een stoel moet staan om een strookje blauw te kunnen zien? Ik betaal duizend euro extra voor dat uitzicht. Per week!’

Nicolien heeft de knoop doorgehakt en trekt de goudkleurige bikini aan.

‘Ik ga vandaag downgraden naar factor dertig,’ zegt ze.

‘Weet je het zeker?’

‘We zitten hier al een week.’

‘Maar factor dertig…’

‘Als ik vroeger met mijn ouders op vakantie ging, hadden we factor twee. En als je het serieus wilde aanpakken, nam je factor vier, maar dan werd je wel door de hele camping uitgelachen.’

We lopen de granieten trap af naar het zwembad. Nicolien heeft een sarong omgeslagen.

‘O kijk,’ zegt ze ‘het meisje van Huub is al aan het zwemmen.’ Huubs vriendin is baantjes aan het trekken. Haar koffiekleurige huid steekt scherp af tegen het wit van haar badpak en het blauwe water.

‘Het meisje heeft een naam,’ zeg ik.

‘Tamar.’

‘Tamara.’

‘Tamar, Tamara, wat maakt het uit: het is een schat van een meid.’

Xander en Lisa liggen glimmend van de Ambre Solaire op hun zonnebed. Ik spreid mijn handdoek uit op het bed naast Xander.

‘Dag lieverds,’ zegt Nicolien. Het maakt inderdaad niet uit of het meisje Tamar of Tamara heet, als je iedereen lieverd of schat noemt.

Tamara klimt het zwembad uit en pakt haar handdoek. Ze draagt een zwembrilletje. Waterdruppels glinsteren in haar kroeshaar. Vanachter zijn zonnebril bekijkt Xander de vriendin van Huub van top tot teen.

‘Goedemorgen allemaal,’ zegt Tamara. ‘Het water is heerlijk.’

‘We geloven je op je woord, schat,’ zegt Nicolien.

‘Eet je vanavond mee?’ vraagt Lisa.

‘Als jullie op me gerekend hebben.’

‘Natuurlijk hebben we op je gerekend, lieverd,’ zegt Nicolien.

‘Gezellig,’ zegt Tamara, waarna ze de handdoek om haar middel slaat en naar het huis loopt. Xander buigt zich naar me toe en fluistert: ‘Het is dat ze de vriendin van mijn zoon is, anders had ik haar graag eens met de ballen tegen de bibs willen tikken…’

Ik glimlach.

‘Wat een knapperd is die vriendin van Huub,’ zegt Nicolien.

‘Ik heb er totaal geen problemen mee dat Huub een meisje van kleur heeft,’ zegt Lisa. ‘Echt totaal niet.’

‘Dat worden beeldschone kleinkinderen,’ zegt Nicolien. ‘Cappuccino kids.’

‘Kaapverdische vrouwen schijnen de mooiste ter wereld te zijn,’ zegt Xander.

‘Ik geloof niet dat Tamara uit Kaapverdië komt,’ zegt Lisa.

‘De Portugezen hebben daar vreselijk huisgehouden,’ vervolgt Xander. ‘Daarmee vergeleken waren onze kolonisten een stelletje mietjes.’

Ik heb me ingesmeerd met factor vijftig en sluit mijn ogen. Dit kan ik uren volhouden.

Nicolien praat alsof ik er niet bij ben: ‘Het verschil tussen Pim die z’n spieren spant of ontspant begint nu echt schrikbarend groot te worden. In het bijzijn van anderen zet hij zijn borst uit en trekt hij zijn buik in. Als je dan door je wimpers kijkt, heeft hij heel in de verte iets weg van Johnny Weissmuller. Maar wanneer hij ’s nachts naar de wc schuifelt, hangt zijn buik over de rand van z’n boxershort en heeft hij mannentietjes.’

Ik doe alsof ik haar niet hoor.

‘En zojuist, toen het meisje van Huub erbij was,’ vervolgt Nicolien.

‘Tamara,’ zegt Lisa.

‘Toen Tamara erbij was, leek het alsof Pim en Xander een wedstrijdje buik­inhouden deden.’

‘Dat doen we voor haar,’ zegt Xander, ‘je wilt zo’n meisje niet de stuipen op het lijf jagen. Als ik gymleraar of postbode was geweest, was ik ongetwijfeld slanker gebleven, maar dan hadden we hier niet gezeten. Dan waren we met een prijsvechter naar Turkije gevlogen of zaten we met z’n zessen in een stacaravan op een weiland in Dinxperlo.’

Lisa lacht. ‘Over kilo’s gesproken, wat eten we vanavond?’

‘Hete kip,’ zegt Xander.

‘Lust Tamara kip?’ vraagt Lisa. ‘Je weet het nooit zeker tegenwoordig, met al die vegetariërs.’

‘Natuurlijk lust ze kip,’ zegt Xander. ‘Hun hele keuken is gebaseerd op kip. Op kip en rode peper.’

‘Uit welk land komt ze precies?’ vraagt Nicolien.

‘Uit de Caraïben,’ antwoordt Xander.

‘Dat is geen land,’ zegt Nicolien. ‘Dat is een gebied. De Caraïben bestaat uit minstens twintig of dertig landen.’

‘Nou, in al die landen is kip razend populair,’ zegt Xander.

‘Je hebt Aruba, Bonaire en Curaçao,’ zegt Nicolien. ‘Saba en Sint Eustatius.’

‘Het wordt een hardcore improvisatiebarbecue,’ vervolgt Xander. ‘Ik heb een rooster van bouwstaal gehaald bij de doe-het-zelfwinkel. En gipsbetonblokken’

‘Jamaica hoort erbij, Cuba, de Dominicaanse Republiek, Puerto Rico, Sint Maarten, Martinique.’

‘Ik bouw een vierkant van de blokken, binnenin maak ik een vuurtje en daar gaat het rooster bovenop.’

‘Haïti, Guadeloupe.’

‘Straks brengt de slager een emmer schoongemaakte biologische kippen en een hakblok.’

‘Trinidad en Tobago.’

‘Die kippen hak ik met een koksmes in tweeën, dan smeer ik ze in met olie, zout en cayennepeper en knal ze op het vuur: je weet niet wat je proeft.’

Ik draai me op mijn buik en concentreer me op het tsjirpen van de krekels en het kabbelende water. De zon brandt op mijn rug. Ik zou zo in slaap kunnen vallen.

‘Wie heeft La Piscine gezien?’ vraagt Lisa. ‘Met Romy Schneider en Alain Delon.’

‘Sissi,’ zegt Xander. ‘Romy Schneider speelde Sissi.’

La Piscine is hier vlakbij opgenomen,’ vervolgt Lisa. ‘In Saint-Tropez. Dit zwembad doet me daar een beetje aan denken.’

‘Wil je naar Saint-Tropez?’ vraagt Nicolien.

‘God bewaar me,’ zegt Lisa. ‘Niemand wil naar Saint-Tropez.’

‘Miljoenen mensen gaan naar Saint-Tropez,’ zegt Nicolien.

Anyway,’ zegt Lisa. ‘In die film hadden ze ook een zwembad als dit, maar dan met Alain Delon erin. Daar moest ik aan denken.’

‘Toch raar dat Xander niet weet waar dat meisje vandaan komt,’ zegt Nicolien als we de granieten trap naar het huis oplopen.

‘Jij had je ongetwijfeld ingelezen en meer over haar land geweten dan Tamara zelf.’

‘Waarschijnlijk wel.’

Bovenaan de trap moet ik even op adem komen. ‘Xander maakte nog wel een schunnige opmerking.’

Nicolien grabbelt in de strandtas naar haar telefoon.

‘Hij zei dat hij haar zo zou nemen als ze niet de vriendin van Huub was geweest.’

‘Dat klinkt inderdaad als Xander.’

‘Hij is soms wat…’

‘Onbeschoft? Lomp?’

‘Ik wilde zeggen primair.’

‘Je hoeft het niet voor hem op te nemen,’ antwoordt Nicolien. ‘Ik ken hem inmiddels.’

Na het avondeten zitten we met z’n vijven in het donker rond de provisorische barbecue van Xander. Hij had een schort voorgebonden met daarop de tekst MR. GOOD LOOKIN IS COOKIN en droeg grote ovenwanten. Het braden van de kippen had zijn innerlijke neanderthaler tot leven gewekt. Met veel misbaar had hij de kippen in stukken gehakt en op het rooster gegooid, maar het had formidabel gesmaakt.

‘Waar kom je eigenlijk vandaan?’ vraagt Nicolien aan Tamara.

‘Uit Utrecht.’

‘Ik bedoel oorspronkelijk. Waar kom je oorspronkelijk vandaan?’

‘Utrecht Overvecht. Het Sint Antonius Ziekenhuis om precies te zijn. Maar mijn ouders komen uit…’

‘Ik ken een mop!’ roept Xander. Hij komt aanlopen met een nieuwe fles rosé. Het schort heeft hij afgedaan.

‘O jee,’ zegt Lisa. ‘Hij gaat moppen vertellen. We hadden de wijn uit zijn buurt moeten houden.’

‘De Oranjes spelen het spel twenty questions. Kennen jullie dat? Dan neemt iemand een voorwerp in gedachten dat de rest van het gezelschap in twintig ja/nee-vragen moet raden. Beatrix is als eerste aan de beurt. Het voorwerp waar ze aan denkt, is de lul van een neger.’

‘Jezus Xander,’ zegt Nicolien.

‘Willem-Alexander stelt de eerst vraag: Is het groot?

Ja, zegt Beatrix.’

Kan ik het in mijn mond stoppen? vraagt prinses Margriet.’

Ja, zegt Beatrix.’

‘Dan steekt Maxima haar vinger op: Is het misschien de lul van een neger?

Even blijft het stil en dan barst Xander in lachen uit. Tamara is de enige die met hem meelacht.

‘Jezus,’ zegt Nicolien en ze draait zich naar Tamara. ‘Sorry hoor…’

‘Maakt niet uit,’ zegt Tamara ‘meestal snap ik moppen niet, maar deze begreep ik meteen. Als jullie het niet erg vinden, ga ik naar bed. Heel erg bedankt voor de lekkere kip.’

‘Dag lieverd,’ zegt Nicolien. ‘Lekker slapen.’

Tamara wankelt een beetje wanneer ze opstaat. ‘Ik ben morgen trouwens niet bij het ontbijt, ik haal Huub op van het vliegveld.’

‘Dat was vreselijk lomp,’ zegt Nicolien als Tamara is verdwenen. ‘Het n-woord gebruiken waar dat meisje bij zit.’

‘Ze vond hem anders wel leuk,’ zegt Xander. ‘Bovendien is het geen racistische mop, het is een republikeinse mop. Die neger heeft een grote lul, dat is toch iets positiefs? De grap is dat koningin Maxima die lul meteen in haar mond wil stoppen.’

‘Ik geloof dat Nicolien bedoelt dat je het n-woord tegenwoordig überhaupt niet meer kunt gebruiken,’ zeg ik.

‘Wat een onzin,’ zegt Xander. ‘Bij ons thuis noemen we negers gewoon negers en negerinnetjes negerinnetjes. Hoe jullie dat doen, moeten jullie lekker zelf weten.’

Het blijft stil. Het vuur is gedoofd, maar de kooltjes lichten af en toe op door een windvlaag. Ik zie dat Nicolien haar woede nauwelijks kan verbergen.

‘Op de middelbare school, was ik verliefd op Adinda,’ zeg ik. ‘Een Indonesisch meisje met haar dat naar kokos rook.’

‘Wat schattig,’ zegt Lisa.

‘Ik toonde mijn liefde op de enige manier die ik kende, namelijk door haar voortdurend te pesten. Adinda Pinda noemde ik haar. Niet één keer, maar wel tien of twintig keer. Per dag. Ik had haar rooster uit mijn hoofd geleerd, zodat ik haar zo vaak mogelijk kon tegenkomen.’

‘Dat is stalken,’ zegt Nicolien.

‘Nu denk ik opeens, was pinda vroeger geen scheldwoord voor indo’s? Misschien denkt dat meisje dat ze anderhalf jaar lang door een racist belaagd is.’

‘Dikke kans,’ zegt Nicolien. ‘Arm kind.’

‘Aan de andere kant, als ze Tanja had geheten, had ik haar Tanja Ranja genoemd en was er niets aan de hand geweest.’

‘Adinda Pinda, Tanja Ranja of Klaas Smeerkaas,’ zegt Xander, ‘ik smijt een paar emmers water over het vuur en dan ga ik tukken.’

Ondanks (of dankzij) de royale hoeveelheid wijn, ben ik om half vijf klaarwakker. Op de wc laat ik mijn blaas leeglopen. Elk jaar lijkt de straal krachtelozer. Ik spoel niet door, Nicolien slaapt nog. Terug in de kamer duw ik het luik een stukje open. In de verte wordt het al licht, de hemel is diepblauw. Pruisisch blauw. Of is dit koningsblauw? Als ik nog rookte, was dit het uitgelezen moment voor de eerste sigaret van de dag. Beneden op het terras klinken voetstappen. Het is Tamara die met een rolkoffer naar haar zilverkleurige huurauto loopt. Ze tilt de koffer in de achterbak en kijkt nog één keer om. Dan stapt ze in en rijdt weg. Ik kruip terug in bed en wacht tot Nicolien wakker wordt.

‘Ik ga straks naar de markt in Marseille,’ zegt Xander aan de ontbijttafel. ‘Vis halen voor de bouillabaisse. Iemand zin om mee te gaan?’

‘Dat is meer dan een uur rijden,’ zeg ik. ‘Hebben ze hier in het dorp geen vis?’

‘Bouillabaisse is uitgevonden in de oude haven van Marseille. Exact op die plek.’

‘Bouillabaisse is toch vissoep?’ vraagt Lisa.

‘Het is gekookte vis, maar omdat het arme sloebers waren, gooiden ze het kookvocht niet weg en aten dat vooraf als soep.’

‘Een uur rijden om vis te kopen? Ik ga niet mee,’ zegt Lisa.

‘Ik ga met de Porsche, dan is het minder dan een uur.’

‘Waar blijven Huub en Tamara?’ vraagt Lisa. ‘Op Flight Tracker zag ik dat zijn vlucht geen vertraging had.’

Ik smeer aardbeienjam op mijn croissant en zwijg.

Wanneer Xander in de Porsche stapt om naar Marseille te rijden, gaat Lisa’s telefoon. Ze neemt op en loopt naar binnen.

‘Huub en Tamara hebben hun plannen gewijzigd,’ zegt Lisa als ze terug is. ‘Ze willen via de Spaanse zuidkust helemaal naar Portugal rijden en hebben geen tijd om langs te komen.’ Ze kijkt beteuterd.

Nicolien heeft de hele ochtend niets gezegd en lijkt verdiept in haar telefoon.

Xander is boos. ‘Ik heb godverdomme voor een paar honderd euro vis gehaald en dan komt hij niet even langs? Niet eens voor een kop koffie? Als je vanaf Nice naar Portugal rijdt, kom je letterlijk voor dit huis langs!’

‘Misschien was die mop van gisteren toch niet zo goed gevallen,’ zegt Nicolien scherp.

‘Ze lachte toch? Jullie hebben allemaal gezien dat ze lachte. Als enige. Die meid voelde haarfijn aan dat we dolblij met haar waren. Het feit dat ik die mop vertelde, was mijn manier om haar welkom te heten. Daarmee zei ik eigenlijk: ik accepteer je, vanaf nu ben jij een van ons.’

Nicolien staat op, pakt haar zonnebril en loopt naar het huis.

‘Ik ga weg,’ zegt ze terwijl ze haar kleren opvouwt en in de koffer legt. ‘Ik weet dat je het geweldig vindt, met Xander en zijn dure eten, maar ik ben het spuugzat. Ik heb mijn best gedaan, maar ik merk dat ik steeds vaker de neiging moet onderdrukken om hem een bloedneus te slaan.’

‘Je kent hem toch?’

‘Het n-woord, Pim. Hij gebruikte gewoon het n-woord.’

‘Zal ik straks even met hem praten?’

‘Jij mag hier blijven, dan koop ik op het vliegveld een ticket en zie ik je over twee weken.’

Ze lijkt vastbesloten. Xander zal dit ongetwijfeld persoonlijk opvatten en dat betekent het einde van de vriendschap. En van de gratis vakanties.

Ik ga voor haar staan. ‘Natuurlijk ga ik met je mee. En als je wilt, sla ik hem die bloedneus.’

Nicolien schiet in de lach.

‘Of een blauw oog,’ vervolg ik. ‘Jouw wens is mijn bevel. Voor jou geef ik iedereen een pak rammel.’

Nicolien pakt mijn hoofd, gaat op haar tenen staan en geeft me een tongzoen. Dan laat ze zich door mij op het bed duwen.

‘Ik zat te denken,’ zegt ze wanneer ze een half uur later met nat haar de badkamer uit komt. ‘Is het inconsequent als we nog wel blijven eten?’

‘Hoe bedoel je?’ vraag ik vanaf het bed.

‘Nou, we kunnen nu meteen boos vertrekken, maar we zouden ook vanavond na het eten boos weg kunnen gaan. Ik heb nog nooit bouillabaisse gegeten.’

Ik knik. ‘De boodschap blijft hetzelfde, lijkt me.’

‘Maar dan vertrekken we ook echt,’ vervolgt ze. ‘Onherroepelijk. Na het diner wachten we tot ze slapen en dan gaan we.’

Ik rek me uit en glimlach. Als we vannacht weggaan, scheelt het inderdaad enorm veel gedoe. Bovendien krijg je niet elke dag traditionele bouillabaisse voorgeschoteld – zeker niet op het terras van een villa aan de Côte d’Azur.