Kerststalmoord te Brugge

Delphine Lecompte

Delphine Lecompte


De reden van de ruzie is de kerststal

Ik hou mij afzijdig

En lees de gemarmerde borst

Van de hond van de buren

Ik lees dat ik een kind zal redden in Friesland.


Voordat ik kan lezen waarvan en wanneer

Word ik gepord door mijn jonge oom de neushoornjager

Hij draagt een Balinees dodenmasker

Om me bang te maken

Zijn gulp staat open, hij ruikt naar kelderappels en bloedneuzen.


De hond van de buren verdwijnt

In een gat in de haag

En mijn oudste tante vraagt

Of ik nog altijd worstel

Met krasbiljetten en calorieën.


Mijn venijnigste tante antwoordt in mijn plaats:

‘Natuurlijk worstelt ze nog altijd.

Ze heeft immers zeeën van tijd om te worstelen!’

De nicht van mijn leeftijd neemt me mee naar boven

In de schrijfkamer van grootvader zaliger lachen we om de hebzucht onder ons.


’s Avonds zijn de herders verpulverd

De wijzen worden als deurstop gebruikt

De ezel ligt in een put

De os staat op de schoorsteenmantel van de buren

Maar het lieflijke gezin zit met mij in de trein.