Gedichten

Bauke Vermaas

Thuis

de eerste nacht in een nieuw huis eindigt met ontdekken

aan welke kant van het bed de zon opkomt, hoe koud

een tegelvloer in de ochtend en waar was het koffiezetapparaat

– en als je daar toch staat, die dozen naar zolder: daar zit geen heden in –

         de zware tuindeur die me weerhield om buiten binnen te laten

         de leistenen vloer en verbazing over de snelheid van gaten in een sok

         de groeiende fietsen waar de kleine schuur elk jaar krapper omheen

         de dakkapel, de zolderkamer, vuurwerk kijken in het hoge bed

         de lamp boven de lakens waar het kind haar blik op had gericht

de eerste nacht in dit nieuwe huis kraakt de trap zoals ik hoopte

dempt de hoogte van de kamers gedachten, snurken, hoesten

de eerste ochtend naar beneden glijden langs de krullen van de leuning

mijn voet past precies in het kuiltje onderaan de trap


*


Waar

Geen tijd, mompel je tegen de studenten

in de winkelstraat die abonnementen verkopen

of groene energie of hopen op je empathie

voor wat dreigt uit te sterven, honger heeft

of leeft waar het onveilig is.

Verontschuldigend lach je naar de grond,

stel je verwonderd vast hoe in het tikken

van je hakken toch iets krachtigs klinkt alsof

je precies weet waar in deze stad de Hema zit.