De jonge pionier en de WC-slang

De vroegste jaren van Misha Mengelberg (1935-2017)

Erik van den Berg

KYIV I

Als Misha Mengelberg op zaterdag 5 november 2005 om drie uur ’s middags is geland op het in mist gehulde vliegveld Kyiv Borispol, wordt hij in de stad verwelkomd door een metersbreed spandoek waarop in cyrillische kapitalen zijn naam staat. Concertorganisator Volodomir Toloubko heeft Mengelberg uitgenodigd voor drie dagen concerten en workshops in de Oekraïense metropool en met het spandoek laat hij zien hoe naar de komst van de Nederlandse pianist en componist is uitgekeken.

Dat heeft niet alleen te maken met Mengelbergs muziek (free jazz avant-garde postbop that’s really out there’, volgens Toloubko’s persbericht), maar ook met zijn biografie: Kyiv is de geboortestad van de pianist. Dat Misha Mengelberg voor het eerst terug is op de plek waar hij zeventig jaar geleden ter wereld kwam, is een historisch feit dat geen van de betrokkenen ontgaat: ‘The Kyiv-born pianist comes home to roost.’

Op het programma van die dag staan een persconferentie en een concert ’s avonds in de Swing-club. Zondag volgt een masterclass voor studenten van het Conservatorium, waar Misha minder speelt dan praat, vooral over Ellington en Monk, en waar tolk Lena er het beste van probeert te maken. ’s Avonds is er een live-uitzending door Radio Era, de lokale zender die veel aan muziek doet. Alexei Kogan, de nestor van de Oekraïense jazzjournalistiek, draait Mengelbergs platen en zal hem tussendoor interviewen.

Het hoogtepunt maandag is een solo-optreden in de 19de-eeuwse Philharmonie, een roemrucht instituut met een lange geschiedenis: Tsjaikovski, Skrjabin en Rachmaninov traden er op. In een ambiance van barokke kroonluchters en nep-marmeren zuilen verschijnt de pianist ten tonele in een kanariegeel T-shirt en een ternauwernood door bretels opgehouden spijkerbroek.

Op de groots klinkende Steinway D van de Philharmonie (‘het beste instrument waar ik ooit op speelde’, zegt hij later) is Mengelberg geweldig op dreef, met een soepel geïmproviseerde, associatiëve ideeënstroom waarin her en der ook porties boogiewoogie opduiken.

Radio Era maakt opnamen van het optreden, die in 2020, drie jaar na Mengelbergs dood, op de cd Rituals of Transition (IDA 043) verschijnen. In het cd-boekje schrijft saxofonist Ab Baars: ‘The improvisations on this cd are everything: annoying, exciting, meaningless, brilliant, swinging, crazy, too long, too short, irritating, beautiful, moving. And light as a feather. They come and they go again. Without intention. They are. Without boast.’

Een belangrijk extra is een zondagse wandeling door Kyiv, waarbij Mengelberg met een groep conservatoriumstudenten de dierentuin bezoekt. De buiten het oude stadscentrum gelegen attractie, die voorjaar 2022 treurig in het nieuws komt doordat ook de dieren zwaar lijden onder de gevolgen van de Russische aanval op Kyiv, behoorde tot de favoriete bestemmingen van de kleine Misha. Hij bezocht de dierentuin met zijn geliefde kindermeisje, zijn njanja, vooral om er de wolven te bewonderen. De uit 1996 daterende compositie Enkele regels in de dierentuin is niet los te zien van die bezoekjes in zijn kinderjaren.

Een tweede attractie, de brandweerkazerne die Misha als peuter verrukte omdat de blusauto’s er af en aan via een hellingbaan naar de eerste verdieping reden, weet het gezelschap niet terug te vinden. Dinsdag 8 november 2005 vliegt Misha terug naar Amsterdam.

Een decennium later, op zaterdag 6 juni 2015, organiseert het Bimhuis Misha’s Middag, ter gelegenheid van de première van Mengelbergs opera Koeien in het Holland Festival dat jaar. Er wordt een door Jaap Drupsteen gefilmd concert van Mengelbergs Instant Composers Pool vertoond (het Herbie Nichols-programma op het Internationaal Jazzfestival Amsterdam 1983), altsaxofonist Benjamin Herman speelt Mengelberg-repertoire, en er zijn voordrachten door componist Louis Andriessen, criticus Kevin Whitehead en trombonist George Lewis. Prominent in de bar van het Bimhuis hangt het spandoek uit Kyiv, dat Volodomir Toloubko zijn Nederlandse gast vlak voor vertrek als souvenir had meegegeven.

KYIV II

Op woensdag 5 juni 1935 wordt Misha Mengelberg om 5 minuten over 5 ’s middags in de kraamkliniek van het Rode Leger in Kyiv geboren. Rahel Mengelberg-Draber brengt haar zoon (die op het geboortekaartje Michael heet) alleen ter wereld. Karel Mengelberg heeft nog geen visum voor de Sovjet-Unie kunnen krijgen en zal zich pas later dat jaar bij zijn vrouw en kind voegen.

Rahel en Karel hebben dan al een maandenlange omzwerving door Europa achter de rug. Ze hebben elkaar midden jaren twintig leren kennen op de Staatliche Akademische Hochschule für Musik in Berlijn, waar de Duitse Rahel harp studeert en de Nederlandse Karel, een neef van dirigent Willem Mengelberg, lessen orkestdirectie volgt bij de befaamde Hermann Scherchen.

Het zijn opwindende tijden in Berlijn, in culturele en politieke zin. Karel en Rahel delen hun geloof in de idealen van het communisme, beleven in 1928 samen de première van de links geëngageerde Dreigroschenoper van Bertolt Brecht en Kurt Weill, maar zijn op de avond van 27 februari 1933 ook ooggetuige van de brand in de Rijksdag, die door Hitler wordt aangegrepen om zijn macht te vergroten. Rahel heeft dan al herhaaldelijk te horen gekregen dat er voor haar als Jodin geen plaats is in het Duitse muziekleven en besluit al snel na de Rijksdagbrand het opkomende nazi-Duitsland te verlaten.

Via Zwitserland vlucht ze samen met Karel naar San Cugat bij Barcelona, waar ze intrekken bij Leni Mengelberg, de jongere zus van Karel, en haar echtgenoot, de schrijver Lou Lichtveld (alias Albert Helman). Vanuit Catalonië proberen Karel en Rahel overal in Europa werk te vinden. Pas na tientallen sollicitatiebrieven naar orkesten en operahuizen in alle windstreken heeft Rahel succes: ze kan als harpiste aan de slag bij het stedelijk symfonieorkest van Kyiv. Kurt Adler, de dirigent van het orkest die tijdens Rahels studie in Berlijn bij de Staatsoper Berlin werkte, stuurt haar een persoonlijke bevestiging: ‘Empfehle Anname.’

Rahel is drie maanden zwanger van Misha als ze in december 1934 alleen, via Berlijn en Warschau, per trein naar Kyiv reist, ‘met harp en 7 koffers’, zoals ze in haar dagboek noteert. Ze weet zich de eerste maanden zonder Karel goed te redden, met dank ook aan de uitstekende arbeidsvoorwaarden in Kyiv. Ze krijgt een eigen appartement in Hotel Continental, hoort tot haar verbazing dat ze recht heeft op zes maanden betaald zwangerschapsverlof, en na de bevalling wordt haar niet alleen een kindermeisje maar ook een kokkin toegewezen.

Op het moment van Misha’s geboorte verblijft Karel in Nederland, waar hij de felicitaties ontvangt van zijn vriend en mentor Willem Pijper: ‘Ik wensch Michael, behalve het talent van zijn vader, ook diens zin voor avontuur, zijn weerbaarheid en zijn optimisme.’ Als Karel, ongetwijfeld op voorspraak van Rahel, uiteindelijk ook in Kyiv werk vindt – als dirigent en Tonmeister van Ukraïnfilm, de florerende ‘Kinofabrika’ in Kyiv – ziet hij na een scheiding van maanden eindelijk zijn vrouw terug en kan hij met eigen ogen zijn zoon bewonderen.

In haar fotoalbum annex dagboek heeft Rahel de eerste maanden van ‘Mischalein’ nauwgezet bijgehouden, in vrijwel vlekkeloos Nederlands met hier en daar een germanisme, en na Karels komst gaat ze daarmee door. Op 1 december 1935 noteert ze het liedje dat Misha het liefst van haar hoort, met bijbehorend notenschrift:

Dwingeland, dwingeland, dwing-dwing-dwingeland/

dwingelingeland, dwingeland, dwingelingeland!

Op 5 december 1935 schrijft Rahel: ‘Mischa lacht en zingt rarara dei dei hodeidei en zei Karel!’ Op 16 juli 1937 volgt een even eenvoudige als aanstekelijke meezinger (in trapsgewijs op- en afgaand D-majeur, ‘mit Gebärden’), die Misha decennia later nog met plezier zal aanheffen: ‘Ja ja ja, nee nee nee nee nee (bis).’ Maar er zijn ook Russische liedjes die Misha graag hoort, volgens een aantekening van augustus 1937, netjes door Rahel genoteerd in cyrillisch schoonschrift:

Ik ben een rood bloempje

Ik ben een jonge pionier

Ik ben een zoontje van Lenin

Een verdediger van de ussr

en

De muizen gingen eens een keer

Kijken hoe laat het was

Een, twee, drie, vier 

De muizen trokken aan de slinger

Klonk er opeens een geluid

En renden de muizen er vandoor

Rahel, Karel en Misha wonen in een voor expats gereserveerd appartementencomplex in de Institoetskaja ulica (de Instituutstraat). Even verderop in dezelfde straat, bij het centrale Maidan-plein, zal Misha zeventig jaar later een kamer krijgen op de tiende etage van Hotel Ukraine, een ooit gerenommeerd maar dan danig verlopen Sovjet-monument met een bordeel op de vierde verdieping en een bar met paaldanseressen op de begane grond.

Aanvankelijk bevalt het Rahel en Karel uitstekend in Kyiv. Rahel speelt in de voormalige zomerresidentie van de tsaar, op de hoge oever van de Dnepr. Karel kan profiteren van zijn ervaringen als Chef-Tonmeister van de Deutschlandsender. En ook Misha heeft het naar zijn zin. Hij is dol op zijn njanja Sabine, een lieve vrouw die ook dol is op Misha. Omdat Rahel vaak overdag en ’s avonds moet werken, trekken Sabine en Misha veel met elkaar op, met als gevolg dat Misha vloeiend Russisch leert spreken, op kleuterniveau.

Maar gaandeweg begint de sfeer te veranderen. De directeur van Rahels orkest wordt na vage beschuldigingen ontslagen, orkestleden ontpoppen zich als fanatieke communisten die hun collega’s de maat nemen, en wanneer mede-expats in de Institoetskaja ulica van de ene dag op de andere dag spoorloos verdwijnen, hakken Karel en Rahel de knoop door: ze moeten opnieuw vluchten, dit keer om geen slachtoffer te worden van Stalins terreur.

Eind 1937, precies drie jaar na Rahels komst, reist het gezin halsoverkop naar Nederland. In de taxi naar het treinstation zingt Misha een eigen melodietje, in het Russisch: ‘Als Mishinka hier zou blijven, zou het heel erg pijn doen.’

In Amsterdam vinden de repatrianten al snel een nieuwe woning, in de pas opgeleverde Uiterwaardenstraat in de Rivierenbuurt. Karel en Rahel zullen er tot hun dood blijven wonen. In 1946 krijgt Misha er een broertje bij, Kaspar.

AMSTERDAM

Tijdens de Duitse bezetting duiken Rahel en Karel met hun zoon onder in het Noord-Hollandse dorp Landsmeer. Na de oorlog vindt Rahel spoedig nieuw emplooi als docente en harpiste bij de Nederlandse Opera, het gezelschap waaraan ze tot haar pensioen verbonden zal blijven.

Tijdens de Koude Oorlog heeft Karel door zijn communistische sympathieën moeite een vaste aanstelling te vinden, ondanks zijn uitstekende papieren als dirigent, koorleider en componist. Partijlid wordt hij nooit, wel accepteert hij uitnodigingen om in het Oostblok te dirigeren, wat niet goed valt in de toenmalige Nederlandse cultuurpolitieke verhoudingen. Zijn langste verbintenis beleeft hij als recensent van het socialistische dagblad Het Vrije Volk, waarvoor hij van 1945 tot 1972 muziekkritieken schrijft.

Al van jongs af aan is Misha achter Karels piano te vinden, in diens met boeken en partituren volgestouwde werkkamer. Hij speelt niet van blad, maar prefereert boogiewoogies en blues-schema’s van eigen makelij, die hij links en rechts oppikt (een van zijn vroege ontdekkingen, Duke Ellingtons The Mooche, wordt een levenslange favoriet).

Rond zijn zeventiende krijgt Misha er plezier in zijn ruim tien jaar jongere broertje met op muziek gezette verhaaltjes te vermaken. Hij improviseert melodietjes op de piano en verzint er feuilletons bij. Een van de vervolgverhalen gaat over Mevrouw Gnuggel, een hond die getrouwd is met een dier dat de WC-slang heet. Een angstaanjagend beest, minstens vijf meter lang, dat uit de toiletpot in de Uiterwaardenstraat kan komen, maar doorgaans bivakkeert in een diep riool onder de Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw.

‘Dat waren vrolijke en vermakelijke verhalen’, herinnert Kaspar zich jaren later. ‘Misha verzon ze ter plekke, met de noten erbij, en eigenlijk heeft hij nooit meer anders gedaan.’