Skip to Content

Penselenliefde

Fredie Beckmans

‘Kunst is de mooiste leugen.’ – THOMAS HIRSCHHORN

Mijn leven lang houd ik al van penselen, maar veel van mijn jeugd is vergooid aan kwasten. Zo werd ik geacht na schooltijd met een brede kwast leuzen te kalken en affiches te plakken met communistische oproepen. Voorwaarts en niet vergeten: dat soort kreten, die verder niemand heeft onthouden. Gelukkig hoefde ik niet aan de poorten van fabrieken te colporteren met de partijkrant De Waarheid. Als kunststudent oogde ik nu eenmaal niet zo geloofwaardig als frontsoldaat in de klassenstrijd tegen de kapitalist die wat verderop tussen de kunstacademie en de textielfabrieken woonde. Bovendien, de dochters van de kapitalist gingen ook naar de kunstacademie en ik kon best goed met ze opschieten.

Vanwege het kwasten werd ik trouwens regelmatig door de politie opgepakt en vastgezet. Ik was voor de agenten een oude bekende doordat ik in mijn puberjaren leed aan openbare dronkenschap en hasjiesj, maar nu was het vooral omdat ik de openbare orde ondermijnde door te dicht bij een verkeersbord of kruising affiches te plakken. Een keer zat ik in een tot cel omgebouwde wc. Het poepgat was dichtgemetseld. Mijn gedachten heb ik toen even stopgezet, en mijn hoofd was volkomen leeg toen ik na anderhalf uur naar buiten werd geleid. Wat bleek: de burgemeester had persoonlijk een brief geschreven dat ik diende te worden vrijgelaten. En dat terwijl ik de burgemeester helemaal niet kende!

Buiten het politiebureau werd ik opgewacht door kameraden die me naar het kantoor van de communistische partij brachten. Daar zat een groepje jongens en meisjes vet te grijnzen. Ze hadden de brief van de burgemeester over de ontruiming van een kraakpand gebruikt, het middenstuk uitgeknipt en zelf een tekst aangebracht met de mededeling dat ik terstond diende te worden vrijgelaten. Ik kende dat soort streken alleen uit jeugdboeken over de Tweede Wereldoorlog. Triomfantelijk heb ik nog dezelfde nacht met een extra brede behangkwast leuzen gekalkt. Wat ik allemaal precies schreef, weet ik niet meer, maar ik kan mij wel nog herinneren dat ik op mijn donder kreeg van de kameraden omdat ik teksten smeerde als ‘Geluk is gelul’ en ‘Artis facit saltus’. Als utopistisch communist en kunstenaar staat je hoofd nu eenmaal niet altijd naar de klassenstrijd. Niet voor niets koos ik voor een penseel als ik de internationale solidariteit thuis inruilde voor de hoogstpersoonlijke aanbidding van de kunst.Tijdens mijn jaren aan de academie ontwikkelde ik een bijna bestiale liefde voor penselen. Zo groeide het plan om tijdens een studiebezoek aan Moskou en het toenmalige Leningrad, Russische penselen te kopen van de staart van de ‘blauwe kasan’-eekhoorn: de Maserati’s onder de penselen! De blauwe eekhoorn komt wel sporadisch voor in Frankrijk, maar je krijgt daar zo’n beetje de doodstraf als je alleen al naar zijn staart kijkt. Tegenwoordig geldt zelfs de grijze eekhoorn daar als beschermd, zodat je de voorheen veel gebruikte ‘Petit Gris’-penselen ook al nauwelijks meer kunt krijgen. Een beetje schilder wil echter penselen van eekhoornstaarthaar. Het is veel zachter dan marterhaar – laat staan runderhaar, varkenshaar of synthetisch haar – maar eekhoornhaar is wel moeilijker te hanteren omdat het weinig veerkrachtig is. Het bijzondere aan het Russische penseel is dat alleen de staartharen van die blauwe eekhoorn worden gebruikt. Het resultaat is een penseel met de grootste zuigkracht van alle penselen van natuurharen, wat betekent dat je met veel waterverf in het penseel lekker kunt aquarelleren. En ik ben geboren om te aquarelleren.