Skip to Content

Gedichten

Marc Tritsmans


In gesprek (met drie gemzen)

Mag het wel worden uitgesproken

dat behalve die eerste ontmoeting

met kleindochter net in de wereld

opgedoken, dit even woordeloze

op vijf meter van elkaar blijven staan

in fel glinsterende sneeuw, het samen

wolkend ademhalen op het smalste

punt van de bergkam, afgrond zacht

lokkend, trekkend aan beide kanten

onze ogen die elkaar langdurig vinden

zij met hun tegen de zon in oplichtende

dampende vachten, ik in mijn menselijk

onhandig trachten in ijle lucht op te gaan

mag het dus wel worden gezegd dat dit

met voorsprong het diepste en meest

aangrijpende gesprek was dat ik in zo

lange tijd met deze wereld had gevoerd.

Nadering

Niet het donkere bos zelf

maar eerder de rand waar

licht het nog van schaduw wint

Niet de bestemming, het ter

plaatse aankomen, maar de

beweging, de nadering,

het kronkelende pad, de

langzame weg ernaartoe.

Het veelbelovende, nog

verborgene. En het daarbij

kunnen laten. Zoals bij een

lichaam niet het raken,

grijpen, strelen maar het

op afstand vermoeden

van het begin van een vage

welving in de plagende

schemer van een net genoeg

openglijdende zomerjurk.

Winterzonnewende

Terwijl het nacht is en aardedonker en

koud gebeurt het, terwijl wij nog slapen

aarzelt een voor ons onzichtbare zon

gedurende een fractie van een seconde

en op deze tweeëntwintigste december

van het jaar tweeduizendnegentien om

negentien minuten na vijf in de ochtend

neemt ze pal boven de Steenbokskeerkring

een beslissing, want zo kan het niet verder:

bij dit elke dag wat minder hoog boven onze

horizon uitklimmen ziet ze tenslotte zelf hoe

bomen, dieren, mensen leven langzaam uit

zich voelen wegebben. En daar gaat ze dan

opnieuw vanaf nu onhoudbaar op haar trage

pad omhoog langs onze hemel waardoor alles

begint te borrelen, te kloppen en te broeien

nog maar even wachten is het tot bladeren,

de glimlach op onze lippen, bloemen en vogels,

deze hele wereld zich in het felste licht, met luid

gejuich weer als een wonder zullen ontvouwen.